Finse kinderstudie: Ongezonde voeding slechter voor hersenen dan ondervoeding!
Resultaten uit een Fins onderzoek liegen er niet om: overdadige consumptie van verzadigde vetten, rood vlees en worst zijn schadelijk voor de cognitieve (*geheugen) ontwikkeling van kinderen. Ook een gebrekkige visconsumptie heeft zijn weerslag.
Aan het onderzoek deden 428 jongens en meisjes mee tussen de zes en acht jaar oud. De onderzoekers bekeken of er een verband bestond tussen het Baltische zee Dieet Score (BSDS) en Dietary Approaches to Stop Hypertension (DASH) score ( *het dieet tegen hogebloeddruk). Daarnaast keken ze naar de score op de meerkeuze-intelligentietest volgens Raven’s Progressive Matrices (RCPM).
Het Baltisch Zee Dieet Score meet de inname van onder andere fruit, bessen, groenten, vezelrijke graanproducten, vetarme melk, vis, rood vlees en worst. DASH is vergelijkbaar, maar meet onder andere ook de zoutinname en consumptie van suikerrijke drankjes.
Bij alle kinderen bleek er een direct verband te bestaan tussen de dieetscores en de uitslagen op de IQ-test. Hoe meer groente, fruit, vis, onverzadigde vetzuren en vezels werden gegeten, hoe hoger de intelligentiescore. Een minder goede score hield direct verband met een relatief hogere consumptie van rood vlees, worst, verzadigd vet en zout.
Hoewel gezonde voedingsmiddelen een positief effect kunnen hebben op de cognitie, benadrukken de onderzoekers dat het verband tussen intelligentiescores en het totale voedingspatroon sterker is dan die tussen intelligentiescores en afzonderlijke voedingsmiddelen. Ofwel: over de gehele linie gezond eten heeft veel meer effect dan af en toe een appeltje mee in de broodtrommel.
“Goede voeding is de basis voor een normale lichamelijke en cognitieve ontwikkeling bij kinderen. In ontwikkelde landen blijkt het nu zelfs zo te zijn dat ongezonde voeding een grotere negatieve impact heeft op de cognitie dan ondervoeding”, waarschuwen de onderzoekers in de British Journal of Nutrition.
Om de situatie in Nederland te schetsen: volgens het CBS haalt van de kinderen tussen vier en twaalf jaar oud ongeveer 30% de norm voor fruit, 33% voor groente en slechts 9% voor vis. In de leeftijdscategorie twaalf tot zestien daalt dit zelfs naar een schamele 14% (fruit), 21% (groente) en 6% (vis).
Bronnen
[1] Eero A. Haapalaa, Aino-Maija Elorantaa, Taisa Venäläinena, Ursula Schwaba, Virpi Lindia and Timo A. Lakkaa, Associations of diet quality with cognition in children – the Physical Activity and Nutrition in Children Study, British Journal of Nutrition / Volume 114 / Issue 07 / October 2015, pp 1080-1087